Op een of andere site lees ik dat iemand zich ergerde aan
een straatmuzikant die kwam spelen bij een caféterras waar hij net een goed
gesprek voerde. Het zette me aan het mijmeren. Niet over het al dan niet
ergerlijke van straatmuziek, maar over dat goede gesprek. Of eigenlijk ook niet
over dat goede gesprek, maar over de vraag hoe het met de slechte gesprekken
staat.
Nooit lees ik dat iemand blij was dat een straatmuzikant
hem bevrijdde toen hij op een caféterras verwikkeld was in een slecht gesprek. Nooit
ook klaagt een vriend dat hij laatst zo’n slecht gesprek had gevoerd met zijn
vrouw of zijn baas. Veel gesprekken zijn slecht, vraag maar aan
relatietherapeuten en mediators, maar als begrip leidt het slechte gesprek maar
een flets bestaan.
Het ingewikkelde van de materie is dat de ene
gesprekspartner kan denken een goed gesprek te voeren terwijl de ander zit te
lijden onder een slecht gesprek. U kent die situatie wel: de eerste vindt het
heerlijk voortdurend aan het woord te zijn en koestert zich in de gedachte dat
er ademloos naar hem wordt geluisterd, terwijl de tweede zich ergert aan de
oeverloosheid van de eerste en alleen maar doet alsof hij luistert omdat hij te
beleefd of te schijterig is om de snoever in de rede te vallen.
Zelf zou ik willen dat ik wat beter werd in slechte
gesprekken. Dat ik vaker zou durven zeggen dat ik maar weer eens verder loop,
omdat het onderwerp me hoegenaamd niet interesseert, of omdat de spreker
onverdraaglijk uit zijn mond geurt, of omdat ik liever even met die schoonheid daarginds
ga praten. Zo’n reactie had het gesprek meteen tot slecht bestempeld, maar mij
zou het hebben opgelucht.
Ik heb me wel eens geschoffeerd gevoeld door een baas en
bleef daar toen nogal kalm onder. Te kalm. Jaren later denk ik nóg wel eens dat
ik zus & zo had moeten reageren en hem dit & dat voor de voeten had
moeten werpen. Zijn idee dat hij nodig eens een goed gesprek met me moest
voeren, pareer ik postuum door er in gedachten alsnog een slecht gesprek van te
maken.
Waarschijnlijk voert een mens de beste gesprekken met
zichzelf en deugen de meeste gesprekken met een ander maar half. Als ik met
mezelf in gesprek ben, krijg ik alle spreektijd die ik wil en kan ik rekenen op
honderd procent aandacht en begrip. Dat kan ik onmogelijk van een ander
verwachten. Vandaar dat er meer slechte dan goede gesprekken plaatsvinden.
Het komt door de woorden. Het zijn er te veel of te
weinig, of ze zijn onnauwkeurig, onhandig gekozen, te hard, te vaag, te bang. Er
zit niets anders op dan goed luisteren om te verstaan wat iemand had willen zeggen.