zaterdag 22 december 2012

Nog niet onttoverd


 
De kerstkaarten blijven maar binnenstromen, zowel door de fysieke als door de digitale brievenbus. Daarbij valt altijd op, hoe verschillend de feestdagenpost uitpakt. 

Om te beginnen getuigen de kaarten van de mate van inspanning die de afzender heeft betracht. Daarbij is de digitale verstuurder per definitie in het nadeel. Hij kan zich nog zo hebben ingespannen om een bijzondere kaart op te sporen, toch zegt zijn mail ook dat hij geen zin had naar de kiosk te gaan, daar een flink bedrag voor kaarten en postzegels neer te tellen, thuis 42 persoonlijke tekstjes te verzinnen en op te pennen, al die enveloppen te adresseren en te frankeren en tenslotte de bestelling naar de postbus te brengen: allemaal vormen van moeite die de analoge verstuurder wél voor jou over had. 

Dat kost die afzender trouwens niet alleen maar moeite: hij vindt er ook rituele betekenis in. Het doet goed om tijd en energie te steken in het onderhouden van vriendschappen en familiebanden. Om stijlvolle kaarten te zoeken en rake woorden op te schrijven en een ander via je schrift de hand te reiken. Om vice versa te merken dat menigeen dat ook allemaal voor jou deed. Niet iedereen, want altijd zijn er ook van die voorbedrukte kaarten van dertien in het dozijn waar de afzender alleen zijn naam nog aan toevoegde. Onbegrijpelijk dat die afzender zich niet realiseert hoe flets de indruk is die hij daarmee maakt. 

Maar goed, ook wie zich voor zijn kerstkaarten niet erg uitslooft, doet op zijn manier mee aan het oude gebruik dat de samenleving zich rond Kerst en Nieuw bezint op wat was en wat hopelijk komt. In de donkerste dagen van het jaar concentreren we ons op de dierbaren rondom ons. En we versieren het huis met kleur en licht en dekken de dis en vieren dat we elkaar nog hebben. 

In de kranten lees ik hoe de schamperste columnisten hun pen in de Glühwein dopen en schrijven hoe ze in de weer zijn met kerstbomen, stol en gotische kaarsen. De televisie zendt romantische kerstfilms uit waarin het liefst sneeuwt en iedereen gelukkig wordt. De middenstand put zich uit om in de binnenstad een idyllische sfeer op te roepen. Daar zit veel kitsch en onechtheid bij, maar het weerspiegelt een diepere behoefte aan warmte en verbondenheid. Zo onttoverd is onze tijd kennelijk nog niet.