Soms denk ik dat alle technologische vernieuwing één
groot complot is met als doel ons stil maar doeltreffend te beroven van onze
tijd.
Een vriend was ingegaan op een aanbieding van een
communicatiebedrijf en had het nieuwste van het nieuwste kastje voor internet,
telefonie en televisie in huis gehaald. Je kon er wel 110 zenders mee bekijken
en vier tv-programma’s tegelijk opnemen, ook nog eens razendsnel mee
internetten en zelfs ouderwets mee bellen. Er hing een duur abonnement aan
vast, maar dan had je ook wat. Kopzorgen, bijvoorbeeld.
Hoewel deze vriend zeer goed thuis is in de
communicatietechnologie, werd hij regelmatig radeloos van zijn nieuwe speeltje.
De menu’s oogden flitsend, maar bleken nodeloos ingewikkeld, zodat de
eenvoudigste wensen uitmondden in lange speurtochten door de software. Diverse
keren kwam hij er alleen niet uit en moest hij de telefonische hulp van de
provider inroepen. Wie wel eens een helpdesk belt, weet hoe moeizaam dat
doorgaans gaat. Zo had hij al heel wat uren vermorst dankzij de
alles-in-één-box.
Eenzelfde ervaring had ik toen ik een nieuwe, eenvoudige
camera kocht en meteen al depressief werd van de handleiding, een in het
koeterwaals geschreven wegwijzer door een digitaal oerwoud. Zo vergde het ook
heel wat tijd voordat het goed kwam tussen mij en de nieuwe laptop. En raakte
ik laatst weer eens in gevecht met een van die webshops die er een eer in
stellen het hun klanten zo lastig mogelijk te maken.
Hoe meer tijd we besparen, hoe minder tijd we overhouden, zei schrijver en filosoof Joke Hermsen
onlangs tijdens een lezing. ‘Het komt ook door het toenemend gebruik
van communicatietechnologie. Zo moet een manager tegenwoordig dagelijks tien
keer zoveel informatie doornemen als tien jaar geleden.’ Ook thuis, aldus
Hermsen, maakt het brein overuren door voortdurend beelden en informatiestromen
van TV en internet te decoderen en verwerken. ‘Gevolg is dat we massaal op een
overspanning van ons brein afstevenen.’
Als ik zoiets lees, krijg ik een onbedwingbare behoefte
om eens flink tijd te gaan verspillen. Daarom ga ik eerst maar een half uurtje
in huis lummelen, dan wat rondhangen in de stad, misschien even naar het café
om wat te beppen met halve bekenden en door magazines voor een Ander Soort
Mensen te bladeren, en vervolgens ga ik nog een eindje door het park kuieren.
Als ik dan weer thuis ben, ga ik een lange brief
schrijven aan de regering, het Europees Parlement en de Verenigde Naties, dat
al die technologische vernieuwing een complot is om ons van onze tijd te
beroven. Nou moet ik alleen nog uitvinden wat de complotteurs met die tijd gaan
doen, dus daar ben ik nog wel even zoet mee.