Nu is het al dagenlang november en nog steeds heb ik geen
snor. En die komt er de rest van de maand ook niet.
Sinds 1 november hebben ruim vijfduizend Nederlandse
mannen demonstratief hun bovenlip niet meer geschoren in het kader van Movember,
een wereldwijde actie ter ondersteuning van de strijd tegen prostaatkanker. Zij
doen hun best hun ‘mo’ (van ‘moustache’) te laten sponsoren en zo geld in te
zamelen voor onderzoek naar deze grootste mannenziekte.
Prostaatkanker treft in Nederland jaarlijks tienduizend
mannen en maakt 2500 slachtoffers. Vorig jaar was ik aan de beurt. Nadat mijn
foute prostaat weggeopereerd was, bleven er losse tumorcellen rondzweven,
onzichtbaar maar wel meetbaar via het bloed. Die opstandige cellen worden nu
onder de duim gehouden door een hormoonkuur, die hopelijk lange tijd haar werk
blijft doen.
Komen er dus vijfduizend Mo Bros voor me op, verdom ik het zelf ook even een snor te kweken?
Zo is het. En niet omdat ik daar een raillerend stukje uit denk te puren, want
het is natuurlijk prima dat mensen zich voor elkaar inzetten. Nee, ik krijg het
niet voor elkaar, mezelf een maandlang het insigne van activist op te plakken. Ik
loop ook niet met armbandjes van Livestrong of Blue Ribbon solidair te zijn met
kankerpatiënten.
Ik moet geen petjes, dassen en badges van doelen die me lief
zijn of partijen die ik aanhang. Al had ik een seizoenkaart van mijn favoriete
voetbalclub, dan nog zou ik in het stadion geen clubshirt dragen. Deze jongen
is geen reclamezuil. Of, minder stoer: ik hoor liever nergens bij. Hooguit bij de
snorlozen, en al helemaal sinds de Volkskrant afgelopen weekend berichtte dat
de snor alweer hip begint te worden. Deze jongen is een No Mo Bro.
Trouwens, de snor als symbool voor het prostaatkankerprobleem is een wat pijnlijke keuze. Snorren staan natuurlijk voor mannelijkheid, maar die is nou juist nogal eens in het geding bij prostaatkanker. De gebruikelijke strijdmiddelen tegen deze aandoening – operaties, bestralingen, chemokuren en medicijnen – kunnen de potentie verzwakken, de waterhuishouding onzeker maken, de kracht ondermijnen en de testosteronproductie stilleggen. Blijf je dan maar eens een bink voelen; daar baten geen drie, geen dertig snorren. Gelukkig bezorgt prostaatkanker niet elke man evenveel misère.
Evengoed bedankt, heren. En nu ik toch bezig ben:
volgende week (9 tot 16 november) beleven we alweer de week van de chronisch
zieken, daar hoor ik ook bij. Arnhem oefent de ‘aandachtspieren’ door middel
van mindfulness, in Zeist wordt therapeutisch gespeeld in warm water, Oeffelt
gaat glutenvrij bakken onder deskundige leiding met als thema Sinterklaas en
Kerst, en overal zijn er symposia over arbeidsparticipatie voor mensen met een
beperking. Ik ga een workshop geven: Wegwezen
in woord en gebaar.