Net
terug van een Adresje in Drenthe. Door allerlei omstandigheden komt het dit
jaar niet tot een heuse vakantie en daarom hadden we onszelf maar een paar
dagen schapen, heidevelden en bossen cadeau gedaan. Het was heel aangenaam,
dank u.
Gewoonlijk
betekent vakantie een paar weken in een zonnig land waar men een mooie taal
spreekt en een malse wijn schenkt, waar de pleinen en de paleizen nog van heel
vroeger weten en waar de zee blauw is tot aan de einder. Althans: zo denk ik er
van tevoren en achteraf over.
In real time valt El Dorado nogal eens
tegen: blijken de autochtonen sjagrijnig, houdt de keuken niet over, breek je
je nek over al die oude kasseien, liggen de bedden ellendig, zijn er veel
oplichters actief, houdt het weer zich niet aan de statistieken en onttrekken
steigers de kunstschatten aan het zicht.
En dan
die kosten. Drieduizend kilometer tegen de huidige benzineprijzen plus tol en
verplichte vignetten en blaaspijpjes. Een fortuin aan chambres d’amis en
agriturismo’s. Al die etentjes. De zonnebrillen, kruidendressings en
handgemaakte lederwaren die naar een geheime formule elke reis opnieuw moéten
worden aangeschaft. Het avondje casino of de exclusieve bootexcursie ‘omdat we
er nu toch zijn’. Voordat je het weet ben je aan die paar weken een paar
duizend euro kwijt.
Omdat je
lelijkheid niet fotografeert en narigheid liefst vergeet, keer je terug met
louter wervende foto’s en aangename herinneringen. En dus ga je volgend jaar gewoon
weer naar Grand’Illusion en keer je daar gewoon weer je portemonnee om.
Wat je
met pakweg drieduizend euro al niet kunt doen! Om de maand een lang weekeinde
naar een Adresje. Dertig dinertjes met je geliefde. Honderd kaarten voor de
schouwburg. Elke week een wellnesskuur. Twee Perzische tapijten. Drie top-tv’s.
Een tweedehands auto. Alle achterstallige karweitjes opgeknapt door een
klusbedrijf. Een schilderij van een verdienstelijk kunstenaar.
En toch.
Ik hoef maar een advertentie van een typische vakantiebestemming te zien of ik
voel een prikkel die door alle ratio heen prikt, een vaag verlangen naar ooit
en ergens, een hang naar oorden met exotische kleuren, geuren en verhalen. Ik
denk dat het een stokoude prikkel is uit een tijd dat het woord ‘vakantie’ nog
niet eens bestond: een klassieke hunkering naar het paradijs.