Ach, daar staat hij tussen de overlijdensberichten: Louis
Guillaume le Roy, 87 jaar geworden. Echt schrikken is het niet, want hij was de
laatste jaren al danig verzwakt, maar jammer blijft het als een markante en
bevlogen persoonlijkheid als de zijne de wereld verlaat.
In 1980 was ik voor het eerst op zijn terrein nabij het
Friese Mildam. Hij had dat een decennium eerder gekocht; het was toen een
overbemest weiland met een plukje productiebos. Hij liet er de fundering van
een afgebroken gevangenis storten, plantte er bomen en struiken, zaaide wat in
het rond en wachtte af. Het was een test om te zien of zo’n kale lap grond met
een paar ingrepen plus de factor tijd zou reageren als de natuur er weer haar
gang kon gaan. Wel, in 1980 was het al geëxplodeerd tot een dicht bos, waar we
ons maaiend met de armen doorheen werkten terwijl Le Roy zich schor praatte
over het belang van complexiteit voor natuur en cultuur.
Een paar jaar later maakte hij een afspraak met de gemeente
Heerenveen, die voortaan onbruikbaar bouw- en stratenmakermateriaal op zijn
Mildamse terrein ging afleveren. Louis le Roy wilde daarmee een ‘ecokathedraal’
bouwen. Sindsdien hebben meer dan tweeduizend tientonners daar enorme partijen betonstenen,
stoepranden, putten en klinkers bezorgd. Le Roy, af en toe geholpen door
vrijwilligers, legde daar paden, terrassen, torens en wallen van aan, waar het
groen tussendoor en overheen kon groeien.
Toen ik er vier jaar geleden voor het laatst was, was het
terrein uitgegroeid tot een mysterieus en hoogst intrigerend complex dat nog
het meeste deed denken aan een half overwoekerde tempelstad in een tropisch
regenwoud. Waar eerst een weiland als een biljartlaken lag, stonden nu groene
torens tot zeven meter hoog. De gemiddelde temperatuur was er drie graden hoger
dan in de omgeving. Er groeiden woudreuzen en montane bloemetjes en fladderden
de meest uitheemse vogels en vlinders rond. Een fantastische groene kathedraal,
in beginsel het werk van één enthousiaste man met een idee.
Hij voelde zich toen al niet zo goed, maar wilde me toch
ontvangen om opnieuw uit te leggen dat elk natuurlijk proces de neiging heeft
steeds complexer – en daardoor interessanter – te worden, maar dat de
maatschappij steeds neigt tot versimpeling. Daarom pleitte hij voor
vrijplaatsen waar de mens in vrijheid zijn creativiteit kon ontwikkelen.
Stel, opperde ik, we maken jou minister… “Graag. Ze
kunnen me de hele wereld geven. Dan neem ik de weddenschap aan dat ik binnen
dertig jaar van Amsterdam tot ver voorbij Constantinopel gratis gigantische
parken aanleg. Woestijnen, industrieterreinen waar we niks meer mee kunnen
doen, braakliggende akkergronden… kom maar op.”
Geef die man een polder, schreef ik in 1980 in weekblad
De Tijd. Dat kwam er niet van. Hij kreeg wel onder meer een eredoctoraat in
Duitsland en een Oeuvreprijs van het Fonds voor Beeldende Kunsten. En er kwam
een groep enthousiastelingen, verenigd in de Stichting Tijd (http://www.stichtingtijd.nl/), die
zich inzet voor de continuïteit van het project en het verspreiden van het
daarin verankerde denken over tijd en complexiteit. Dus die kathedraal van
Mildam, die groeit nog wel verder.
Rust zacht, Louis, goed dat je er was.