Ik las ergens het woord ‘geschiedenis’ en een associatie
raasde als een pijl door mijn eigen geschiedenis heen om trillend te blijven
steken in een gymnasiumklasvan het Thomascollege in Venlo, ergens halverwege de jaren zestig, tijdens een
geschiedenisles.
Voor de klas stond een eigenaardige man, lang van snit, dun
als een lat, kaal, houterig en uitgerust met een uitzonderlijk hoge stem, een
combinatie van kenmerken die hem de niet helemaal logische bijnaam de Mummie had opgeleverd. Iedere andere
bonenstaak met een castratenstem had het moeilijk gehad voor een klas vol spotgrage
pubers, maar niet de Mummie. Als hij begon aan een historisch exposé, had hij
die dertig jongens binnen de kortste keren in zijn ban. In een mum, zogezegd – wellicht kwam die
bijnaam daar wel vandaan.
Op een zomerse dag begon hij de les eens met het sluiten van
de gordijnen. Tegen de zon, dachten we, maar de Mummie kondigde aan dat hij het
over de liefde ging hebben en dat daar een romantische sfeer bij hoorde. Nadat
hij ook nog een kaars had aangestoken, begon hij te vertellen over de Romeinse
keizers en hun amoureuze avonturen en hoe hartstocht de geschiedenis had
beïnvloed, en hij deed dat zo gloedvol dat we aan zijn lippen hingen en het
jammer vonden toen de les alweer voorbij was.
Een andere keer nam hij de klas mee naar buiten, waar hij
ons in een halve kring om hem heen op een plantsoen groepeerde. Nu wilde hij
het over de oude Grieken hebben, en dan leek ‘t hem gepast les te geven zoals
dat in het antieke Hellas ook de gewoonte was geweest. Vanachter de ramen van
belendende klaslokalen keken andere scholieren en docenten verbaasd naar het
klassieke tafereel van de leraar en zijn pupillen in het gras. En wij vergaten
onze balorigheid en luisterden naar fantastische verhalen over Zeus, Apollo en
Afrodite.
Laatst ontmoette ik een goede vriend uit die tijd, nadien de
wijde wereld ingetrokken om pas na een jaar of veertig weer te keren. We waren
benieuwder hoe het ons sindsdien was vergaan, dan dat we herinneringen wilden
ophalen, maar één figuur uit die jonge jaren moest toch weer even in de
schijnwerper: de Mummie. Mijn vriend had aan hem een blijvende fascinatie voor
de historie overgehouden, ik een permanente waardering voor goede vertellers.
Getweeën stelden we vast dat elke leerling gedurende zijn schooltijd minstens
één topleraar zou moeten hebben als de Mummie, de geschiedenisleraar die zelf
een stukje geschiedenis was geworden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten