Zij stond in het duister, maar ik zag haar huiveren in de
kou, de collectante van KWF Kankerbestrijding. Of ik ook wilde opstaan tegen
kanker middels een donatie. Ik knikte en aarzelde tegelijk. Geld voor
onderzoek, prima, maar opstaan tegen kanker?
Dat motto is me ál te opgewekt. Het stelt kanker voor als
een lastpost die we al te lang zijn gang hebben laten gaan; maar nu is het
welletjes geweest en pikken we het niet meer, basta! We zamelen een berg geld
in, financieren daarmee een regiment wetenschappers en reduceren kanker tot een
ziekte die niemand meer fataal hoeft te zijn. Ja hoor, ooit hopelijk, maar voorlopig
zijn de successen van de kankerbestrijding bescheiden en gaat de helft van de
kankerpatiënten nog altijd dood.
‘Opstaan tegen kanker’ past bij de sfeer van positivisme en
strijdbaarheid die al jaren rond het onderwerp hangt. Je kunt bijna geen
verhaal over kanker lezen zonder dat een betrokkene verkondigt dat het zaak is
positief te blijven, keihard te vechten en nooit op te geven. De onuitgesproken
boodschap daaronder is dat het je eigen schuld is als je je kanker niet
overleeft. Had je maar meer ‘positieve energie’ naar je tumor moeten sturen,
had je maar meer ‘in je kracht’ moeten staan.
Het is een donquichotterie die patiënten loze hoop biedt
of aanzet tot behandelingen waar ze vooral zieker van worden. Gelukkig beginnen
er ook andere stemmen te klinken. In het KWF-blad Kracht verzet toponcoloog Prof. Han van Krieken zich tegen de
strijdtaal rond kanker. “Vechten hoort niet bij mensen met kanker,” zegt hij. “Vechten
hoort bij dokters, onderzoekers en verpleegkundigen. Dié kunnen knokken voor
een nog betere medische zorg. Strijdtaal (-) geeft het valse idee dat als je maar
hard genoeg vecht, het dan allemaal goed komt.”
En in de Volkskrant zegt de gewezen longarts-oncoloog
Mariska Koster dat die strijdtaal haar boos maakt. “Het is geen strijd, het is
pure pech. Of je doodgaat aan kanker staat in de sterren geschreven – daaraan kun
jij zelf helemaal niets doen. Als strijdlust doorslaggevend was, zouden heel
wat meer mensen genezen.”
Ik denk dat het zinniger is je vechtlust in te zetten
voor de kwaliteit van je leven, zeker als dat leven in het ongerede is geraakt.
Dan wordt vechtlust levenslust: de wil je rotziekte moreel de baas te blijven
en te focussen op het goede en het mooie dat het leven óók te bieden heeft.
Foto: Flickr
Geen opmerkingen:
Een reactie posten