Het wordt tijd dat iemand het eens opneemt voor het
fenomeen ‘borreltafel’. Er hangt iets goedkoops rond die tafel. Alsof daar per
definitie kletskoek wordt gebezigd.
Borreltafelpraat staat voor de ongekwalificeerde mening
van een leek, van een amateur die de professional uithangt. Verstandige lieden
halen daar hun schouders over op: “Och, het is slechts borrelpraat.”
Niet zo verstandig van die verstandige lieden. Want de
borreltafel is nou juist een belangrijk meubel in de salons van het nieuws. Eromheen
staan fijnproevers met gespitste oren en gevoelige neuzen opgesteld. Ze ruiken
aan het wie, wat, waar en waarom van de actualiteit, laten er hun intuïtie op
los en formuleren hun eerste conclusies: “Ze hadden het helemaal anders moeten
aanpakken.”
Het zijn belangstellenden, geen belanghebbenden. Betrokken
buitenstaanders met een scherp oog en dito tong. Een lucide alias op een
discussiesite. Gevierde columnisten. Halfbekende stukjesschrijvers. Televisiepersoonlijkheden.
Ingezondenbrievenpenners. Allemaal schuiven ze aan rond de nationale
borreltafel en geven een mening over zaken waar ze niet zomaar verstand van
hebben.
Vrijheid
Zeker, de borreltafel is niet van de accuratesse, de
feitenkennis en de voorzichtige nuance. Ze is ook niet van de tactiek, de
politieke manoeuvre en de diplomatie. Dat hoeft ook niet, want daar heb je
andere plekken voor: wandelgangen, rekenkamers, gerechtshoven, vergaderzalen.
Rond de borreltafel leeft de opinie nog in superieure vrijheid. Ze hoeft zich
niet te verantwoorden bij superieuren, financiers of partijgenoten, ze hoeft
zich niets aan te trekken van statistieken en cijfers achter of voor de komma,
ze mag zich helemaal oriënteren op het eigen kompas.
Kaffeehaus
Er is een tijd geweest dat de borreltafel in hoog aanzien
stond. Dat was de tijd van het Weense Kaffeehaus van een eeuw geleden. Daar
kwam de culturele fine fleur van
Oostenrijk samen: Arthur Schnitzler, Karl Kraus, Adolf Loos, Gustav Klimt,
Joseph Roth, Robert Musil. “Alles wat er gebeurde, wisten wij uit de eerste
hand,” noteerde Stefan Zweig in die tijd. “Niets heeft zoveel bijgedragen tot
de intellectuele beweeglijkheid van de Oostenrijker, als dat hij zich in het
Kaffeehaus over alle ontwikkelingen uitvoerig kon oriënteren en daar in
vriendschappelijke kring over kon discussiëren.”
Andere
kleur
Een lezer reageerde laatst op een stukje van mij over topinkomens. Hij miste een
praktisch voorstel en noteerde retorisch: ‘Dit zijn dus bespiegelingen voor aan
de borreltafel?’ Inderdaad, inzender. Aan de borreltafel roepen we dat er een
andere kleur nodig is, een nieuwe naam, een tegenovergestelde beweging; het hoe
en wat komt later wel. We maken een punt, reiken een nieuw idee aan of roepen
dat de keizer geen kleren draagt. Het borrelt en het borrelt aan onze
borreltafel. Houden we zo.