Sorry. Hier hebt u vast geen zin in. Of geen zin an, om
met wijlen Pim Fortuyn te spreken.
U hebt wel wat anders te doen, dat begrijp ik ook wel. U
wilt kloeke opinies over Noord-Korea en Geert Wilders en gewetenloze
zakkenvullers en godvergeten schandalen – geen lauwe stukjes over taal. Maar
ja.
Van tijd tot tijd overkomt het me. Dan nestelt zich een
woord in mijn hoofd, dat daar niet verdwijnt voordat het van alle kanten is
bekeken. Vandaag had ik het ineens te pakken van het eenvoudige woordje ‘zin’.
Een stukje begint met een openingszin, zo kwam ik erop, en
vervolgens kwam ik er dus niet meer vanaf. Je hoeft er maar even bij stil te
staan en de vele dimensies van het woordje ‘zin’ rijgen zich aan elkaar. Een
stukje begint niet alleen met een zin, het ontstaat zelfs pas als de schrijver
er überhaupt zin in heeft. En bij zinnen is, dat is natuurlijk ook een
voorwaarde.
Een zin is nog veel meer dan bouwsteen van een stukje,
een betoog of een boek. Ons hele bestaan is erop gebouwd. Eeuwen en eeuwen hebben
theologen, filosofen en andere denkers zich het hoofd gebroken over de zin van
het leven zonder die werkelijk te kunnen definiëren. Andersom heeft het idee
dat het bestaan misschien wel zinloos is, menig somberaar doen besluiten tot
een sprong in een ravijn.
‘Zin’ staat ook
voor zintuig en is ook in die zin van groot belang. Dankzij gezicht, gehoor,
reuk, smaak en tastzin kennen we de wereld en elkaar. De zintuigen laten ons
genieten van vakanties, diners, seks, drama en concerten. In het verlengde
daarvan ligt zinnelijkheid, een staat van zijn waarin we ons laten bedwelmen
door de zinnen en uit zijn op wat er ook maar aan weelderigs, wulps en
sensueels te consumeren valt.
Ook staat het woord ‘zin’ voor een gemoedsgesteldheid.
Als we goede of slechte zin hebben, zijn we al dan niet in ons hum. Als we iets
van zins zijn, maken we alleen nog maar een voornemen, maar als we onze zinnen
ergens op zetten, dan gaan we door roeien en ruiten om het voor elkaar te
krijgen. Lukt dat, dan hebben we het zeer naar onze zin; mislukt het, dan
hebben we onze zin niet gekregen.
Tenslotte is Zin een kloosterhotel in Vught, een
tijdschrift voor de gerijpte lezer, een managementboek zonder moeilijke woorden
en een stichting voor maatschappelijk verantwoorde evenementen. En soms is een
zin een slotzin.