dinsdag 16 januari 2018

De laatste ronde

Vanochtend heb ik mijn nieuwe, peperdure medicijn Abiraterone weggegooid. De kanker trekt er zich niets van aan. Van geen enkel medicijn meer.
Gisteren, 15 januari, was er een beslissend consult bij de oncoloog, dat duidelijk zou maken of de laatste strohalm tegen de uitzaaiingen aansloeg. Een alles-of-niets-consult, want als de Abiraterone niet zou werken, waren we uitgepraat.
Ik stond nog met de klink van de deur in de hand, toen de oncoloog zei: “Je bloedwaarden zijn slecht.” Terwijl ik ongelovig, niet-begrijpend op een stoel schoof, vervolgde hij: “Je PSA is opnieuw verdubbeld. De medicijnen hebben dus geen enkele invloed op de prostaatkanker.”
Hij keek me aan met een veelzeggende blik, alsof ik de rest van het gesprek wel kon invullen. Dat kon ik ook, maar ik liet het hem toch bevestigen. Dat hij nu met lege handen stond. Dat ik geen baat, alleen ellende zou hebben bij chemokuren. Dat er geen alternatieven waren.
“Dus ik ben aan de laatste ronde begonnen?” vroeg ik, nog steeds ongelovig. De oncoloog knikte. Ik vloekte.
Een kwartier later stonden we buiten de spreekkamer. Zoekend naar woorden, zoekend naar elkaars handen, perplex, nog niet toe aan verdriet of vrees, alleen maar vervuld van huiver en ontzetting en de eerste van ontelbare vragen. Werktuiglijk reden we naar huis, stamelend over wat ons toch in godsnaam was overkomen, hoe dit toch had kunnen gebeuren, mijn god, afschuwelijk, het kon toch niet waar zijn? Ja, we wisten dat de kans op een foute uitslag vijftig procent was. En dus was er ook vijftig procent kans op een goede uitslag, en die goede vijftig procent waren voor ons. Niet dus. Het was honderd procent fout.
Thuis een stel moeilijke telefoontjes, allereerst met de kinderen, de ellendigste telefoongesprekken van mijn leven. Tussendoor en daarna de tranen, het hoofdschudden, de zorgen, de verbijstering.

De laatste ronde... Hoe doe je dat, zo’n traject waarbij boven elke ontmoeting en ervaring een vraagteken van ‘hoe vaak nog?’ hangt. De adviseurs in de zijlijn die het allemaal precies weten adviseren ons, kankerlijers, te genieten-van-hier-tot-ginder, maar hoe moet dat: genieten-van-hier-tot-ginder aan de rand van het Grote Ravijn? We gaan het onderzoeken, of we willen of niet.

1 opmerking: