dinsdag 15 augustus 2017

De vrouw aan het water

Op een oever van het riviertje dat door het parkje nabij mijn huis stroomt, ligt een jonge vrouw in het gras een boek te lezen. Het is een kleurig tafereel: witte bloes, rood rokje, lange blote bruine benen, en dat allemaal op een groen bedje. Het beeld laat me niet los, het wil nog even bekeken worden. Zo vaak ziet men het niet, een jonge vrouw, alleen in het park, languit met een boek.
Welk boek, wil ik weten. Of nee, dat wil ik niet weten, ik wil dat het mijn boek is dat ze leest, niet het boek van een ander. En ik zou willen dat een bepaalde zin een glimlach op haar lippen brengt en dat dat precies de zin is waarvan ik hoop dat die iemand doet glimlachen, bij voorkeur iemand die met lange bruine vrouwenbenen op de oever van een riviertje een boek zit te lezen, míjn boek wel te verstaan, De man voor het raam heet het, een vuistdikke turf die twee zomers geleden verscheen en waar de mensen nóg over praten.
Ik overdrijf weer eens. Mijn droom over de lezeres in het gras is in werkelijkheid maar een minidroompje, waarin ik het een mooi toeval zou vinden als ze uitgerekend De man voor het raam ligt te lezen, en dat eindigt met ‘maar ja’, zoals zoveel halve en hele wensen. Ik scoot verder en denk niet meer aan de oevervrouw, maar aan een computerprobleem dat ik nog moet oplossen en aan een deuntje dat bij het ontwaken in mijn hoofd zat en sindsdien niet meer van wijken wil weten en aan cd’s die ik nog wil digitaliseren en allerlei bijzaken waarover men zich beter niet druk kan maken en het toch doet.
Het is een hele drukte in mijn hoofd zonder dat het ergens toe leidt en ik verbaas me over al dat onnutte geritsel tussen de oren. Een flard van dit, een zweem van dat, een flits, een associatie, ontkiemende en meteen verdampende invallen, scherven van herinneringen, snuifjes hoop, vage verlangens, de TV van gisteren, de krant van vanochtend, die ene ballade van jaren geleden.

Dan kijk ik om en zie de vrouw aan het water alleen nog als stip. Nog even en ze zal oplossen in de namiddag. Maar ik vermoed dat iemand nog eens een stukje over haar zal schrijven en het oevermoment voor altijd zal vastleggen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten