Dat was nog niet zo’n slecht idee:
het Longfonds een recent stukje sturen over hoe ik als zuurstofgebruiker ‘uit
de kast kwam’. Daar zullen onze leden zich in herkennen, reageerde het fonds,
en of ze het op hun Facebookpagina mochten plaatsen. Dat mocht, en de
herkenning was massaal. Het stukje kreeg binnen de kortste keren duizenden clicks
en honderden reacties, variƫrend van duimpjes en hartjes tot emotionele
ontboezemingen.
Een gedeelde ervaring kan steun
bieden. Dat had ik al eens ondervonden tijdens bijeenkomsten van lotgenoten die
ervaringen en tips uitwisselden; het bleek ook nu ik deelde hoe lastig ik het
vond, me in het openbaar te vertonen met een zuurstofslangetje in de neus. Het
troost als je merkt dat je niet alleen staat met jouw probleem. En het helpt
als iemand met dezelfde makke vertelt hoe hij daarmee omgaat, zowel in
praktische als in mentale zin.
Voornoemd stukje mondde uit in
een aarzelende conclusie. Ik zag wel in dat ik bij inspanning beter naar het
slangetje kon grijpen, maar deinsde er ook voor terug. Op een dag zou ik er wel
aan beginnen, ooit, ‘overmorgen misschien.’ Dat was onbedoeld profetisch. Want
kort nadat ik de blog publiceerde, kreeg ik een flinke longaanval. Plus het
advies van de specialist om voortaan dagelijks zuurstof te gaan gebruiken. Het
was ineens ‘overmorgen’ geworden.
En dus zit ik nu me met
slangetje te typen, deed ik onlang met slangetje een muziekfestijn aan en ga ik
morgen met slangetje op bezoek bij vrienden. Als iemand vraagt wat het me doet,
zeg ik schouderophalend: “Het is niet anders,” of: “Jammer, maar het is wel
beter.”Dat klinkt iets opgewekter dan ik me voel, want in feite is die hele
zuurstofmikmak natuurlijk een nieuwe stap naar de grote duisternis.
Maar dat na andere hulpmiddelen
nu ook de zuurstof zijn entree heeft gemaakt, stemt me toch minder donker dan
ik gedacht had. Ik herinner me dat ik voor het eerst in een longrevalidatiekliniek
kwam en daar mismoedig werd van al die rollators, scootmobielen en
zuurstofflessen. Was dat mijn voorland? Inmiddels heb ik dat land bereikt en
vind ik toch minder onherbergzaam dan ik vermoedde. Het is lastig, onrustig en
onveilig, en de TomTom werkt er niet, maar er valt te leven, niet tegen de
klippen op, wel tussen de klippen door. Boeiend, maar vermoeiend. En andersom.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten