Ik kom er net pas achter dat ik
mezelf leuk vind. Vijfenzestig jaar heb ik erover gedaan, vijfenzestig lange,
volle jaren, en nu pas zie ik het in, geef ik het toe, kom ik er rond voor uit:
ik vind mezelf leuk. Jottem!
Excuseer de malle aanhef, maar
het ziet er dan ook mal uit: ik zie zojuist pas dat ik op Facebook een duimpje
heb opgestoken bij mijn laatste stukje, ‘Benauwd avontuur’. Dat zou wel érg
koket zijn, zo’n compliment aan mijn eigen voortreffelijkheid. Het betrof dan
ook een vergissing. Mijn duimpje was bedoeld voor een reactie op mijn stukje,
maar kwam per ongeluk onder het stukje zelf.
Nu ik erachter kom, vind ik het
ook wel komisch. Schrijf ik op ernstige toon over een hachelijke aflevering van
mijn medische avonturen, rond ik dat olijk af met een opgestoken duim. Op de
Eerste Hulp beland met je lamentabele longen: goed gedaan, jochie! Leuk!
In werkelijkheid was het
natuurlijk niet zozeer leuk en vooral confronterend. Dat COPD periodiek opflakkert,
had ik vaker ervaren, maar dat zo’n longaanval tot ziekenhuisopname kan leiden,
wist ik tot dusver alleen uit de boekjes. En nu leek ik toch aan de beurt te
komen. Uiteindelijk kwam ik alsnog met de schrik – en extra medicatie – vrij.
Hoe het verder ging? De
krachtpillen doen hun werk: de ademnood is afgenomen, de crisis geluwd, de
toestand wordt stukje bij beetje normaler. Dus onderhand zou ik wél een duimpje
kunnen opsteken over het verloop van het benauwde avontuur. Maar daar ben ik
toch terughoudend in. Men moet de goden niet verzoeken, zegt het bijgeloof. En
men moet de dag niet prijzen voordat het avond is, zegt de ervaring.
Hoewel... Ik verzoek de goden
toch of ik alvast de middag mag prijzen nu het nog middag is en de middag me goed
gezind is. Dan zien we vanavond wel weer verder.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten