De kranten staan, zoals elke
dag deze zomer, vol advertenties van reisbureaus die lome zwembadvakanties voor
een habbekrats beloven, of juist dynamische trips vol avontuur in Verweggistan.
Ik hoef ze geen van alle. De eerste hebben me nooit gelegen en van al die
dynamiek krijg ik het bij voorbaat benauwd.
Bovendien hoef ik voor het
avontuur niet ver van huis. Zo zat ik gisteren tot mijn eigen verbazing ineens
bij Spoedeisende Hulp, een ziekenhuisafdeling met een naam die op acute
hulpeloosheid duidt. In mijn geval ging het om toenemende benauwdheid. Met
weinig adem ben ik als COPD-patiënt wel vertrouwd, maar de laatste dagen werd
de nood wel nijpend. Toen een pepkuur onvoldoende hielp, werd ik doorverwezen
naar de eerstehulppost. Om daar een paar uur later en na diverse onderzoeken te
horen dat de dienstdoende longarts me wilde opnemen. Een periodieke longaanval,
eigen aan COPD, maar nu in XL-formaat.
O nee, dacht ik, niet wéér, de
laatste keer dat ik in het ziekenhuis belandde, kwam ik er pas na zes weken en
diverse beperkingen rijker weer uit, om meteen door te reizen naar een revalidatiecentrum
dat me nog eens een poos van de straat hield. O nee, niet wéér, dat is vragen
om een depressie. Goed, zei de arts na een flink gesprek, dan maar naar huis,
zij het met een heleboel extra medicatie en een vervolgafspraak. En een feestelijk
flesje wijn, maar dat zei de dokter er niet bij, dat besliste ik die avond.
Waarom schrijf ik dit op? Ik
ben gewoonlijk terughoudend over mijn medische akkefietjes. Daar is mijn
privacy noch de lezer bij gebaat. Ik vind zulke fysieke feiten eigenlijk alleen
ter zake, als ik er een gedachte aan kan vastknopen die mezelf verder helpt of
waar een ander wat aan zou kunnen hebben. Over de balans tussen willen en
kunnen, bijvoorbeeld, of over de perceptie van ziekte en gezondheid.
Wat denk ik vandaag, mijn
eerste ziekenhuisspijbeldag, tussen de pillen en de inhalaties en de
vernevelingen door? Dat het goed was mijn longen volop aandacht te geven en tegelijkertijd
op mijn gemoed te letten. Ik was waarschijnlijk ongelukkig en gestrest geworden
van een verblijf in het hospitaal, met alle gehannes vandien en allerlei beperkingen
en allemaal andere zieken om me heen. Mijn eigen huis en mijn eigen lief en
mijn eigen feestelijke flesje werken curatiever. Vooralsnog, maar toch.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten