zaterdag 3 mei 2014

Kanker en het koudvuur van de angst


Op Twitter maakt een vroegere collega af en toe reclame voor mijn blog. Dat is zowel hartelijk als vleiend. Maar ik heb wel moeite met haar toelichting, want ze tweet dat ik zo mooi schrijf over mijn ‘dodelijke ziekte’, kanker.

Ik schrik van die woorden. Dat heeft iets raars, want ik ben zelf begonnen over die (prostaat)kanker en schrijf ook dat ik het een hachelijke aandoening vind. Waarom dan die schrik? Ik denk dat de tweets het smeulende vuurtje van de angst aanblazen.

Prostaatkanker is niet per se dodelijk. De meeste patiĆ«nten overleven hun aandoening zelfs. Maar jaarlijks sterven er in ons land toch wel zo’n drieduizend mannen aan prostaatkanker. Een bedreigend cijfer dat zich tegelijk met de diagnose als een gloeiend kooltje in je binnenste vestigt.

Die diagnose heb ik deze maand alweer drie jaar achter me. Het grootste gevaar is via een operatie en een hormoonbehandeling afgewend. Tot dusver is het rustig aan het front. De kanker doet nu eigenlijk wat theoretisch aan. Hij zou weer kunnen gaan opspelen, maar wat moet ik met zo’n eventualiteit? Liever concentreer ik me op het hier en nu.

Maar diep in me ligt het kooltje van het gevaar te gloeien, een wezenlijk besef dat het ook fout kan gaan, de vrees kwijt te raken wat het dierbaarst is: dat unieke, rijke, wondere bestaan. Soms laait er een vlam op uit de gloed, een vlam die niet verwarmt maar juist doet ijzen, het koudvuur van de angst. Even maar, dan wijkt het flakkeren weer voor het smeulen.

Het heeft ook iets moois, dat gloeiende kooltje, want in de angst voor het verlies toont zich het belang van het bezit. Ziekte is naar omdat gezondheid zo aangenaam is. En we moeten niets hebben van de dood omdat we nog zoveel uit het leven willen halen. In die zin leert kanker ons een lesje.

Maar daarmee houden de goede bedoelingen van kanker ook meteen op.

Foto: Flickr (Chris Martino)



Geen opmerkingen:

Een reactie posten