zaterdag 5 april 2014

Daar is Trudy met de antikankerspuit


‘De bel rinkelt. Voor de deur staat een jonge vrouw met roodvlammend haar en een goedhartige glimlach. Lonneke van Apotheekzorg, stelt ze zich voor. Binnen geeft ze uitleg over wat ze gaat doen en haalt dan een grote spuit en een doosje met een preparaat uit haar tas. Lonneke met haar roodvlammende haar gaat me de akeligste injectie van mijn leven geven.’

Zo begon het verhaal in het kerstnummer 2011 van HP/De Tijd waarin ik beschreef hoe dat jaar prostaatkanker in mijn leven was gekomen. Een operatie had niet alle tumorcellen opgeruimd, zodat ik op hormoontherapie was aangewezen om de laatste onzichtbare rotzakjes koest te houden. Heftig spul, die hormonen, je kon er een ander mens van worden, lusteloos, krachteloos, labiel, depressief. Vandaar dat ik Lonnekes injectie zo akelig vond.

Vandaag, tweeëneenhalf jaar later, staat ene Trudy voor de deur met de halfjaarlijkse spuit, de zesde in successie. Ik was er liever van verschoond gebleven, maar nog liever is het me als de kanker in toom blijft. De bijwerkingen vallen verhoudingsgewijs mee. Buiten opvliegers, lastig maar te verdragen, ben ik wat sentimenteler geworden. Dat vind ik niet zo problematisch, eerder interessant. Gevoelens verdiepen de gewaarwording en geven kleur en smaak aan ervaringen.

Een ander neveneffect is dat er een zekere traagheid in me is neergedaald. De zin in vaart en actie is ingeklonken, de waardering voor kalmte en sereniteit gegroeid. Ik ben er niet helemaal uit wat ik daarvan vind. Op haar best heeft die traagheid iets boeddhistisch dat me aanspreekt. Maar traagheid grenst ook aan sloomheid, en die is me weer àl te suf. Er zou een trefpunt moeten bestaan tussen onthechting en temperament. Of had schrijfster Carry van Bruggen gelijk, toen ze noteerde: ‘Wijsheid is de vijand van de levensdrift.’ Ik weet het niet, zelf had ze niet veel aan dat inzicht, ze leed aan ernstige depressiviteit.

Maar goed, de dertig verse milligram leuproreline-acetaat zit weer in het lichaam en kan zijn werk gaan doen: proberen te voorkomen dat foute cellen voor zichzelf beginnen en de regie overnemen. Tot nu toe hadden die cellen net zo weinig behoefte aan vaart en actie als ik. Houen zo, jongens, kalm aan, dan breekt het lijntje niet.

Beeld: Flickr (Carl Glover)




Geen opmerkingen:

Een reactie posten