Bij de nieuwe e-mails zit een foto die de afzender net
heeft gemaakt. Een speciaal moment vastgelegd en spontaan gedeeld. Bliksemcommunicatie
met dank aan de steeds snellere chips van het duivelskunstenaartje dat
smartphone heet.
Betrekkelijk kort geleden was zo’n actie nog een hele onderneming.
Je kocht een rolletje, schoot een snapshot, legde de camera opzij tot een
volgend fotomoment, deed dat nog een paar keer, bracht na een poos het volle filmpje
naar de fotozaak, wachtte drie tot vijf dagen en haalde dan twee dozijn prints op,
die je als het zo uitkwam aan de visite liet zien: “Kijk, dit is van een maand
geleden.”
Zoals de (tele)communicatie de laatste decennia een
duizelingwekkende versnelling heeft ondergaan, zo zijn allerlei
maatschappelijke terreinen in de ban van de snelheid geraakt. Op televisie is
het lange interview goeddeels verdwenen en krijgt een ondervraagde hooguit nog
een paar minuten in een talkshow als DWDD
(geleid door de snelst pratende presentator uit de tv-geschiedenis); voor muzikanten
is in diezelfde show zelfs maar één minuut uitgeruimd. Treinen denderen met
Grande Vitesse over het spoor, fietsen rijden elektrisch en daardoor harder, het
vliegverkeer groeit nog steeds en het natuurgebied Bokt bij Eindhoven dreigt te
worden geasfalteerd omdat omrijden in de ogen van de betrokken VVD-minister te
veel tijd kost.
Naarmate het leven meer in uptempo gaat, houden we ook meer
tijd over, zou je zeggen. Dat is ook zo, maar de gewonnen tijd wordt meteen
gevuld met nieuwe activiteiten. De slimme telefoon en de tablet mogen binnen
een oogwenk data leveren, de apparaten slokken steeds meer aandacht en tijd van
de gebruikers op. Ook de aan tv bestede tijd blijft toenemen. En snelverkeer
krijgt eerder méér dan minder last van files en vertragingen. In ons streven
naar versnelling zijn we kennelijk niet zo efficiënt.
De haast van de samenleving wordt ingegeven door een
toenemende behoefte aan kicks en parallel daaraan een groeiende angst voor
verveling. Maar maak je werkelijk meer mee als je sneller leeft? Dat is maar de
vraag, want naarmate de belevenissen talrijker worden, wordt de beleving oppervlakkiger.
Concentratie op wat je meemaakt kost namelijk tijd en is dus strijdig met
spoed.
Het zou best kunnen dat uit de fascinatie voor tempo vanzelf
een tegenreactie opbloeit, die de lof van de traagheid gaat zingen. Ga ik zo
dadelijk even op googelen, daar moet toch in
no time iets over te vinden zijn.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten