“Aha,” zei een belangstellende
kennis, “je staat dus min of meer in de pauzestand.” – Zo had ik het nog niet
bekeken, maar die term paste aardig bij mijn stemming.
Bedoelde pauze strekt zich uit
tot half januari, als ik weer bij de oncoloog wordt verwacht. Waarschijnlijk
weet die me dan te vertellen of het nieuwe medicijn tegen de uitzaaiingen van
mijn prostaatkanker aanslaat. Een beslissend moment, want als dat medicijn niet
werkt, resten er niet veel alternatieven.
Maar met dat stadium ben ik niet
bezig. Mijn hoofd weet dat het zinloos is om te malen over scenario’s die zich
misschien nooit zullen voordoen. En mijn hart heeft daar, geloof ik, evenmin behoefte
aan. Ik voel me in elk geval tamelijk rustig, inderdaad als in een pauze. Even
geen medische afspraken in mijn agenda, geen witte jassen in zicht, geen ziekenhuisroutes
en wachtkamers. Even vakantie van de kanker.
En daarom zaten we op eerste kerstdag
met de kinderen en kleinkinderen extra te genieten van elkaar en de geneugten
van een rijke dis. We hieven het glas en toostten op het leven en op elkaar,
waarbij de pastor in mij nog even memoreerde dat het gelet op alle malheur van
de laatste jaren niet vanzelfsprekend was dat we hier met ons allen om tafel
zaten.
En daarom zaten we op tweede kerstdag
opnieuw aan tafel, nu getweeën en in een fraai restaurant, waar we opnieuw toosten
op het leven en op elkaar. En daarom zaten we een paar dagen eerder bij een
podium voor vernieuwende muziek, Paradox, waar we onze ziel laafden aan meeslepende,
soms betoverende, dan weer kolkende vormen van jazz en improvisatie. En zo zal
verder gaan, ook na Oud & Nieuw, wat voor nieuws het nieuwe jaar ook in
petto mag hebben. Want léven blijft toch het beste antwoord op kanker.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten