Al dagen klinken er flarden
carnaval in mijn hoofd, een deinende deun, een verre dreun, onwijze woorden en
zinnen buiten zinnen, sjiengele sjiengele sjiengele sjiengele boem!
Het begon donderdagavond met de
documentaire Nao ut Zuuje, vertoond
op TV, een heerlijke reportage over het Venlose carnaval, gedrapeerd rond de
charmante stadsprins Lex d’n Iërste, buiten Venlo bekend als televisiemaker Lex
Uiting.
Het was een uitzending die ook
sceptici gevoel zal hebben gegeven voor de schoonheid van het authentieke carnaval.
Ik was daar als oud-Venlonaar al mee vertrouwd, maar vond de documentaire toch
meeslepend genoeg om zin te krijgen spoorslags nao ut Zuuje af te reizen en daar
na langdurige abstinentie weer eens op te gaan in de trance van Vastelaovend.
Maar tussen droom en daad staan
haperende longen in de weg, en onwillige spieren, en zo nog wat verspreid
fysiek ongerief, zodat ik het bij zin houd en thuis blijf, met een hoofd vol
herinneringen. Die ga ik nu heus niet ophalen, wees gerust. Maar ik realiseer
me wel hoeveel contrasten het leven te bieden heeft. Een vingerknip geleden stond
ik nog op een tafel in het Venlose café De Witte en zong met de armen in de
lucht tot ik er schor van werd en zwierde met onbekenden door de dansende
straten tot de nacht helemaal op was. En nu, een vingerknip later, lukt dat
allemaal niet meer en resten me het geheugen en de verbeelding. Ik herinner me
uren en momenten vol muziek, gelach, schmink, kleuren, schuimend bier, klamme
kroegen, koude straten en hete kussen. Het zijn herinneringen en beelden zonder
weemoed: ik hoef er niet naar terug, het was goed zoals het was. Maar het
contrast tussen de vitaliteit van toen en de invaliditeit van nu is wel schril
genoeg om er even van te huiveren.
Dat is het leven, jongen,
spreekt de grijsaard in me, het gaat op en ook weer neer, het komt en het gaat,
het geeft en het neemt, net zoals dag en nacht elkaar aflossen, licht en donker,
eb en vloed, yin en yang. Maar komaan, ik snap het, dat zijn bespiegelingen
waar vandaag niemand oren naar heeft. Het is carnaval, wie maalt er dezer dagen
over het getij van het bestaan? Sjiengele sjiengele sjiengele sjiengele boem!
Sjiengele boem, lieve grijsaard. X
BeantwoordenVerwijderen