Een paar lege uren. Eens kijken
of er nog een blogje uit de pen wil. In het oudestukjesmagazijn op mijn PC heb
ik ze genummerd. Dit wordt aflevering 499, bijna een jubileum. Bij nummertje
500 komt de fanfare langs, denk ik, met als het meezit een stel majorettes. In
dit stukje alvast een voorschot op de feestelijkheden.
Het begon eigenlijk uit
verlegenheid. Toen een jaar of vijf geleden mijn productieve krachten afnamen,
sprak ik met mijn werkgever HP/De Tijd af dat ik mijn vaste genre van de grote
reportage zou inruilen voor de doenlijker categorie van de (internet)column.
Jammer van de lange verhalen, maar spannend door de vraag of ik ook op de korte
baan mijn draai zou vinden.
Mijn eerste stukje, gedateerd
25 april 2012, heette ‘Het versletenbezemsbos’ en beschreef hoe een braakliggend
bouwlandje voorlopig was toebedeeld aan crossfietsers en skateboarders.
Uitstekend idee, vond ik; waarom niet overal in de stad nieuw dode plekken tot
leven wekken door er tijdelijke initiatieven toe te staan? Ik fantaseerde er
meteen op los en zag er amateurcircussen
verschijnen, vliegerfestijnen, een wekelijkse superpolonaise, een camping voor
stadsnomaden, of een bos van versleten bezems en schrobbers; tussendoor kon het
dan dienen als toogvlakte voor heel fijne idealen.
Zo volgden er nog 488 ideeën,
bespiegelingen en commentaren. De onderwerpen bleven aanwaaien, en anders
werden ze wel aangereikt door behulpzame specialisten en andere witte jassen,
want mijn belevenissen in de gezondheidszorg bleken goed voor een heleboel anekdotes
en overpeinzingen. Ik heb kersverse kleinkinderen verwelkomd en gesneefde oude
bekenden uitgeluid. Zong de lof van de stad, maar verloor me ook graag in de
natuur. Struikelde over vreemde woorden en hardnekkige clichés, dankte de kunst
voor al haar inspiratie en kruiste nu en dan de degens. Allemaal goed voor het
gemoed.
Maar allez, het lijkt wel alsof
ik hier een epiloog bij mijn verzamelde werken zit te tikken. Terwijl ik nog
bepaald niet aan een epiloog toe ben, want er vallen voorlopig nog heel wat
appeltjes te schillen en knopen te ontwarren. Maar eerst ga ik er even
tussenuit voor een korte studie flierefluiten. In september meld ik me wel weer
eens.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten