Soms blijf ik zomaar aan een
woord haken. Ik had het laatst met ‘oorwurm’. Ik lees zo’n woord en verdwaal
prompt in fantasieën over het doen en laten van dit schepseltje. Gisteren nog startte
met het woord ‘topoverleg’ in mijn hoofd een film met silhouetten achter
kantoorramen die onverstaanbare vergadertaal mompelen. Vandaag wil het woord ‘beperking’
ineens aandacht. Is goed, ik ben de kwaadste niet, we gaan het erover hebben.
‘Beperking’ heeft een slechte
reputatie. Het heeft de gevoelswaarde van schraal, karig, arm, sneu en onvolkomen.
Iemand met beperkte middelen kan zich minder veroorloven dan hij of zij zou wensen.
Een verstandelijke beperking betekent dat het brein maar gedeeltelijk
functioneert. Bij beperkt zicht vertroebelt mist, regen of een vuile bril de
blik op de omgeving. Een beperkte visie kan zich ook bij goed weer en schone
brillen voordoen; het schort de betrokkene dan echter aan verbeelding en/of
denkvermogen. Jammer maar helaas.
Een veelgenoemde categorie is
die van ‘mensen met beperkingen’. Het gaat hier om mensen die door fysieke of
geestelijke hindernissen – een ontbrekend been, een spierziekte, een verlamming,
een gemankeerd brein – minder kunnen dan zij zouden willen. Zulke handicaps
zijn gaandeweg van ‘handicaps’ gepromoveerd tot ‘beperkingen’ en ‘uitdagingen’,
maar die eufemismes verhullen niet dat de samenleving ze problematisch vindt.
Dat zíjn ze ook; toch laat het
probleem zich relativeren. Punt één is dat beperkingen doodgewoon zijn. Het hele
bestaan begint en eindigt ermee: zowel het opgroeiend kind als de aftakelende
senior is een toonbeeld van onvolkomenheid. Daarnaast is wat de één als beperking beleeft,
rijkdom voor een ander. Een ontheemde vluchteling voor oorlog of honger zou
denkelijk zó willen ruilen met een welvarende westerling in een rolstoel,
terwijl het omgekeerde minder voor de hand ligt.
Een voordeel van beperkingen is
dat ze het gevoel voor essentie en kwaliteit versterken, wat van overvloed niet
kan worden beweerd. Kijk maar naar de kunsten, waar de Meister zich toont in de
Beschränkung, een nocturne voor piano niet per se onderdoet voor een zwaar
opgetuigde symfonie en ingetogen stromingen zoals Minimal Art of Less is More
minstens zo interessante werken hebben opgeleverd als de barok.
Gezien het onderwerp moet ik
het hier helaas bij laten.
Mooie blogs
BeantwoordenVerwijderenDank!
Verwijderen