Er is een onderwerp dat me al jaren hoog zit. Ik heb er dag in,
dag uit last van, en niet zo’n beetje ook. Het frustreert, het ergert en het
stemt ook wel eens wanhopig. En het went nooit. En toch heb ik er nooit over
willen schrijven.
Incontinentie.
Toen ik jaren geleden aan deze
blog begon, wilde ik het over alles en iedereen hebben, behalve over al te
intieme zaken, zeg maar: het leven onder de gordel. Dat mijn waterhuishouding
bij een prostaatoperatie ontregeld was geraakt, mocht wel eens doorschemeren,
maar leidde nooit tot een zelfstandig stukje. Dat was te intiem, maar ook te gênant.
De plas kunnen ophouden is een van de eerste vorderingen van de mens op zijn
lange weg van de wieg naar de schommelstoel, zodat het verlies van die
vaardigheid ook als een verlies aan waardigheid wordt beleefd. Ik ging mijn
inleggers niet aan de grote klok hangen.
Tot vandaag. Ik heb er een paar
jaar over gedaan, maar onderhand geloof ik toch dat incontinentie in wezen maar
één van de vele ongemakken is die een mens kan oplopen. De één heeft een hobbelvoet,
de ander een spraakgebrek, een lui oog, een haperend gehoor of een moeilijke
blaas. Het zij zo. Je kunt beter proberen je leven af te stemmen op je gedoe, dan
je energie vermorsen aan de gêne erover.
Hoor mij nou eens verstandig
zijn. ‘Je kunt beter...’ Dat klinkt alsof een andere houding een kwestie van
een vingerknip is. In feite groeit zo’n inzicht maar traag, met stukjes en
beetjes, en een vloek en een traan, en in dit geval ook een heleboel andere
nattigheid. Gisteren moest ik zelfs drie keer van broek wisselen doordat de
blaas de inleggers te snel af was. Tel daar een tekort aan energie bij op en je
hebt een recept voor een gemoedsverduistering.
Dat was niet de eerste keer,
want de lekkages zijn geleidelijk toegenomen en daardoor bezwaarlijker geworden.
Het zal wel uitdraaien op een katheter, ook geen pretje, maar toch doenlijker
dan het voortdurende risico van een golden
shower, een delicatesse uit de seksbranche die aan de clientèle van urologie
niet zo besteed is. Nou nog zien er goede zin bij te houden. Maar weer eens
luisteren naar dat liedje van Theo Maassen: ‘Ze
maken mij / de pis nie lauw./ Lalalalalalalalala.’
Geen opmerkingen:
Een reactie posten